
Opgroeien is voor velen een uitdaging, maar voor een geadopteerde kan het nog nét wat moeilijker zijn om een eigen identiteit te ontwikkelen. Wie ben je nu echt? Waar kom je vandaan? Waarom hebben ze je afgestaan? En waarschijnlijk heb je jezelf dé vraag ook al wel eens gesteld : Ben ik niet goed genoeg?
Als ervaringsdeskundige weet ik hoe deze vragen onder je vel kunnen kruipen. Gelukkig weet ik ondertussen ook dat je perfect jezelf kan zijn zonder én met biologische bagage.
Waarschijnlijk voel je je geen adoptieouder, maar gewoon mama of papa.
Waarschijnlijk voel je je geen geadopteerde, maar gewoon zoon of dochter…
En toch is er één stukje van je puzzel dat je niet gelegd kan krijgen. Hoe moet je je daarbij voelen? Hoe weet je wie je bent als je je afkomst niet kent? Hoe weet je wie je moet zijn? Wat kan je als ouder doen als je ziet dat je kind hierin vastloopt?
De meeste adoptiekinderen gaan vroeg of laat op zoek naar hun roots of worden ongevraagd gevonden door hun biologische ouders. En dan? Hoe ga je daarmee om als ouder en als kind? Wat mag en kan je verwachten? Hoe bereid je je voor op een eventuele ontmoeting? Hoe ga je om met alle gevoelens die daarmee gepaard gaan? Hoe krijgt dit een plekje in je identiteit?
Heel veel vragen. Moeilijke vragen. Maar gelukkig moet je dit niet alleen doen.
Identity can not be found or made, it comes from within.